Present Perfect
Je gebruikt de present perfect om:
- aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu het resultaat van ziet.
- Je kan er ook mee aangeven hoeland iets al een de gang is.
Op onderstaande plaatjes zie je dingen die net gebeurd zijn:
He has robbed a bank.
|
She has missed the bus.
|
He has caught the ball.
|
De regel die hier bij hoort zegt het volgende: de present perfect wordt gebruikt om aan te geven dat iets is gebeurd en dat je daar nu het resultaat van merkt.
In bovenstaande gevallen kan dat het volgende zijn:
- de vis zit aan de haak. |
- de man heeft pijn aanzijn vinger. |
- het kuiken is geboren. |
- het geld zit in de zak. |
- de bus is weg en ze komt misschien te laat op haar afspraak. |
- er wordt geen doelpunt gemaakt. |
- Hij heeft een vis gevangen. |
- Hij heeft op zijn vinger geslagen. |
- Het kuiken is uitgekomen. |
- Hij heeft een bank beroofd. |
- Zij heeft de bus gemist. |
- Hij heeft de bal gevangen. Je maakt de zin door has of have te gebruiken en het voltooid deelwoord (ww+ed of 3e rijtje van onregelmatige werkwoorden). |
He has worked in this factory for 5 years.
|
They have been married for 50 years.
|
They have lived on a desert island since 2006.
|
She has played tennis since she was eight years old.
|
Bij deze voorbeelden zie je vaak dat er signaalwoorden gebruikt worden zoals: for, since, how long, ever, never en just.
In plaats van has en have kan je ook de afkortingen 's en 've gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten