Labels

2gt (1) 3BB (1) 3GT (3) 3KB (5) 4BB (4) 4KB (7) a (1) aangeplaktevraag (2) alotof (1) an (1) animaniacs (1) any (1) arts (1) backtoschool (1) bank (1) BBC (1) bekers (1) bestellen (1) bezit (1) bijwoorden (1) bijwoordenvantijd (1) bizarengels (1) blog (1) brief (3) cancould (1) capitals (1) cat (1) christmas (1) cocacola (1) coffee (1) confusables (1) countries (2) cupsong (3) difference (1) dingenbeschrijven (2) dodoesdid (1) duckboat (1) ek (1) engels (1) engelsgemist (1) english (1) everythingatonce (1) examen (2) examentraining (1) fail (1) film (1) fout (1) freedomwriters (1) friendship (1) fun (1) funny (1) fv (1) girl (1) glorianeemthetletterlijk (1) grammar (9) Grammatica (1) handigezinnen (1) harrods (1) holland (1) humor (5) ifpastsimple (1) Imagine (1) important (1) instructions (1) irregularverbs (3) karaoke (1) kidstalk (1) lastig (1) leestips (2) lenka (1) leren (1) letter (2) lezen (2) life (1) littlefew (2) loesje (1) london (3) lostgeneration (1) lotsof (1) lyrics (2) mail (2) meervoud (1) mensenbeschrijven (2) mevrouwbremmer (1) missmontreal (1) mondeling (4) muchmany (2) neonletters (1) netherlands (1) obama (1) oefenen (1) onregelmatigeww (1) overdestreep (1) overtreffendetrap (1) Paris (1) pastcontinuous (1) pastsimple (2) persoonlijk (1) presentconituous (1) presentperfect (1) presentsimple (2) prison (1) qrcode (1) questiontag (1) rap (2) restaurant (1) ripleys (1) rockyourenglish (4) saintnicholas (1) schrijftentamen (1) sentence (1) shitregel (1) some (1) song (4) songs (1) spelling (1) spreekvaardigheid (2) start (1) states (1) stonesvertalingen (1) th (1) their (1) there (1) they're (1) think (2) tips (2) toekomst (1) tonguetwister (1) uitleg (1) uitspraak (1) unionjack (1) universe (1) Vergrotendetrap (1) vertalen (1) vraagzin (2) waaromengels (1) weerbericht (1) welkom (1) whatwhich (1) windows8 (1) woordvolgorde (1) wordoftheweek (1) world (1) yakko (1) yoga (1) youtube (25)

zondag 11 november 2012

Grammar 3GT Hoofstuk 2

Vraag zinnen maken
 
Wanneer je van een gewone zin een vraag wil maken moet je het volgende stappenplan volgen:
 
1) Wat is het  eerstewerkwoord in de zin?
 
2) Staat het werkwoord in het rijtje?
 
am, is, are, was, were, can, could, will, would, must
 
3) Ja - dan mag je het werkwoord vooraan in de zin zetten.
    Nee - dan kiezen uit het volgende:
 
do - does - did
 TT - TT - VT
  SHIT
  
Daarna volgt de rest van de zin. 
 
Kijk maar eens maar de volgende voorbeelden:
 
She is a nice girl. (is = ww)
Deze staat in het rijtje, dus mag je vooraan in de zin zetten.
Is she a nice girl?
 
The boy can dance.
Can the boy dance?
 
My father works hard.
Deze staat niet in het rijtje. Dus moet je kiezen uit do, does did. De zin staat in de tegenwoordige tijd, en je kan het vervangen door he. Daarom kies je voor does.
Does my father work hard? Let op: het werkwoord dat volgt moet dan altijd de stam zijn!
 
My brother played football yesterday.
Did my brother play football yesterday?

 
Aangeplakte vragen

Als je wilt weten of iemand er net zo over denkt als jij, kun je een korte vraag achter een gewone zin plakken. In het Nederlands zeg je dan "toch?" of "nietwaar?".

Om dit gedeelte aan een gewone zin te plakken volg je het volgende stappenplan. Denk eraan, we hebben het steeds over een gedeelte voor en een gedeelte na de komma.

1) Wat is het eerste ww in de zin?

2) Staat deze in het rijtje?

am, is, are, was, were, can, could, will, would, must, has, have
 
3) Ja - dan herhaal je het werkwoord na de komma.
    BIjvoorbeeld: This skirt is nice, isn't it?
 
    Nee - dan kies je uit:
 
do - does - did
TT - TT - VT
SHIT
 

4) Staat er al not in de zin? Dit moet 1x! Dit plaats je (verkort) achter het werkwoord.
 
5) Over wie of wat gaat het? Verkort herhalen.
    BIjvoorbeeld: The boy looks tired, doesn't he?
 
Het ww is looks, deze staat niet in het rijtje. Daarom moet je een vorm van "do" kiezen. Omdat het TT is, en het om een jongen gaat, kies je voor does. Er STond voor de komma nog geen "not", daarom doe je dit na de komma. Bij stap 5 moet je kijken over wie of wat het gaa. Het gaat om the boy. De verkorte versie hiervan is he, daarom zet je deze aan het einde van je aangeplakte vraagzin.


Veel succes!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten